GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de armen
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de armen
Maandag 28 april


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Handelingen 4,23-31

Na hun vrijlating keerden ze terug in eigen kring en brachten ze verslag uit van alles wat de hogepriesters en oudsten tegen hen hadden gezegd.
Toen ze dat gehoord hadden, verhieven ze eensgezind hun stem tot God en zeiden: ‘Meester, U bent de maker van de hemel en de aarde en de zee, en van al wat ze bevatten;
U bent het die bij monde van onze vader David, uw knecht, door de heilige Geest hebt gezegd:
Waarom snoeven de volkeren,
maken de mensen zinloze plannen?
De koningen van de aarde stellen zich op,
de leiders spannen samen tegen de Heer en tegen zijn Gezalfde.
Inderdaad, ze hebben in deze stad samengespannen tegen uw heilige knecht Jezus, die U gezalfd hebt – Herodes en Pontius Pilatus, met de volkeren en de mensen van Israël – om uit te voeren wat uw hand en uw plan tevoren hadden bepaald dat moest gebeuren. Let dan ook nu op hun dreigementen, Heer, en geef dat uw dienaren in alle vrijmoedigheid uw woord verkondigen, en laat door het uitstrekken van uw hand genezingen en tekenen en wonderen geschieden door de naam van uw heilige knecht Jezus.' Na hun gebed beefde de plaats waar zij bijeen waren en werden ze allen vervuld van de heilige Geest en verkondigden met vrijmoedigheid het woord van God.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Na hun vrijlating keren Petrus en Johannes terug naar de leerlingen en samen met de gemeenschap danken ze de Heer voor alles wat Hij door hen heeft gedaan. Het dankgebed wordt ook een smeekgebed opdat de leerlingen "vrijmoedig" kunnen doorgaan met de verkondiging van het evangelie. Dat is de roeping van de gemeenschap, die de Heer blijft bevestigen. Na hun gebed beeft de aarde opnieuw en worden allen opnieuw vervuld van heilige Geest. De auteur van Handelingen lijkt te suggereren dat één enkel Pinksteren niet genoeg is en dat we er nog andere nodig hebben. Of beter gezegd: dat Pinksteren moet blijven doorgaan in het leven van elke christelijke gemeenschap zodat ze zich niet laat afschrikken en niet bang is van de vijandigheid die de geest van het kwade altijd in stelling brengt. Daarom zouden we kunnen zeggen dat de charismatische dimensie - dat wil zeggen de gehoorzaamheid aan de werking van de heilige Geest zonder hindernissen op te werpen - essentieel is in het leven van de kerk en van elke gemeenschap. Zonder de heilige Geest en zonder zijn kracht hebben christenen inderdaad geen energie. En dat niet alleen: zij kunnen ook ten prooi vallen aan de trieste geest van haat, geweld, oorlog, kwaadsprekerij en egocentrisme, die zijn werk in de wereld niet staakt. De heilige Geest, die de gelovigen wordt gegeven terwijl zij in gebed zijn, is de kracht van God zelf. Hij schenkt ze overvloedig aan allen die er met een oprecht hart om vragen, aan kleinen en groten, rijken en armen, goeden en slechten: iedereen is geroepen om het vuur van de liefde in de wereld te ontsteken. Deze innerlijke energie stelt de leerlingen in staat om "in alle vrijmoedigheid [Gods] woord [te] verkondigen" en om allen die zich in hun hart laten raken tot bij de Heer te brengen.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.